Het gaat goed met mij. En dat zeg ik niet omdat ik het zelf harder zou geloven. Het is écht zo. Ik voel me sterker en gedrevener dan ooit tevoren. Fysiek én mentaal. Zo sterk dat ik besloten heb om een marathon te lopen later dit jaar.
De eerlijkheid gebiedt mij evenwel te zeggen dat ik veel van die kracht haal uit verdriet en frustraties. Of toch alleszins uit de verwerking ervan.
Ik slaag er best vaak in om heftige emoties deftig te kanaliseren. Door te lopen ondermeer. Door gesprekken met mensen die mij dierbaar zijn. Of door me te smijten op mijn geweldige job en mijn heerlijke kinderen. Vaak, maar niet altijd.
Zo verwacht ik soms te veel van de dagen waarop ik mijn kinderen zie. Dat zijn in mijn ogen dan ook absolute hoogdagen, waar ik elke keer opnieuw intens naar uitkijk. Dagen die ik zoveel mogelijk plan in functie van hen en die ik liefst zo mooi mogelijk wil invullen. Met leuke activiteiten of gewoon met gezellig samenzijn. Maar voor mijn kinderen zijn het dagen als alle andere. Ze doen niet minder, maar ook niet meer moeite. Ze zijn wie ze zijn. Soms goedgezind, soms pokkehumeurig. Soms liefdevol, soms schaamteloos ondankbaar. En hoewel ik hen dat onmogelijk kwalijk kan nemen, durft mijn hart al eens in duuzend stukken te breken.
Het kan me ook ineens heel erg hitten dat ik er alleen voor sta. Zoals toen ik een week op reis was, samen met mijn ouders. Zij hadden elkaar, ik had mezelf. Hun mening was meervoud, de mijne enkelvoud. En zij hadden een tweepersoonsbed, dat ook. Ik sliep op de uitgeklapte bank.
Ik ben niet altijd sterk nee. Ik sla me niet altijd overal door. Ik ben soms ook verdomd triest. En eenzaam. Zelfs met mensen om me heen.
Op mijn slechtste momenten is het ik tegen de wereld. Of nog juister: ik tegen me myself and I. Ik kom mezelf dan ook zo waanzinnig hard tegen de laatste tijd. Een beetje door de situatie, nog meer omdat ik de situatie in mijn voordeel ombuig en de confrontatie bewust aanga. Eerlijk zijn met mezelf, mijn waarden (her-)definiëren doet me deugd en leert me veel. Zo akelig veel zelfs dat het lijkt alsof niet iedereen mij en de manier waarop ik in het leven wil staan, (nog) kan volgen. Want niet iedereen neemt zo uitgebreid de tijd en de moeite om kritisch naar zichzelf en de wereld te kijken.
Verantwoordelijkheid nemen voor zowel je eigen geluk als je eigen shit. Niet iedereen durft dat.
Ik durf het wel.
Maar ik hoop toch ook dat ik op termijn weer iemand vind om dat ‘opgeruimde’ leven van mij mee te delen. Iemand die mijn kers op de taart levert en wiens kers ik op zijn taart mag droppen.
Op termijn hé, niet direct. En eerst nog die marathon.