Erika op trot in eigen land: Sint-Truiden.

En toen mocht ik wéér naar Limburg, ja. Naar Sint-Truiden dan nog wel. Hoofdstad van Haspengouw. Parel in de fruitvallei. Ambitieuze, maar niet eens overdreven titels. Het is echt een superfijn stadje. En je maakt er ook heel makkelijk de perfecte natuur-cultuur combo.

De goeie Sint-Truiden vibes lieten zich bij mij al meteen voelen toen we op een zonnige zaterdagochtend op het imposante marktplein arriveerden. De wekelijkse markt was in volle gang, de terrasjes zaten vol. Een pak nieuwe terrasjes, veel trendy zaken. Ik had er gerust nog wat langer willen rondhangen, ware het niet dat er nog heel wat ander leuks op ons wachtte.

De fruitvallei-wandeling bijvoorbeeld. Die start achter het station (waar je je auto gratis kan parkeren) en voert je in no time de velden in. Wij kozen voor de kortste van de drie uitgestippelde routes. Die is 2,7 km lang en dus perfect voor korte, snel vermoeide kinderbeentjes. De buggy kan zelfs mee als je wil (en als het niet geregend heeft de dagen ervoor). Je loopt langs en tussen de fruitbomen, passeert een insectenhotel en een kikkerpoel en halverwege is er een gewéldige speelwijde/pic-nic plek. Haal op voorhand wat lekkers bij Dony Gourmet Store en het idyllische plaatje is compleet.

Nog meer fruitgeluk kregen we later op de middag, in Fruitbedrijf JacobsDaar ben je op bepaalde dagen in het seizoen welkom om je eigen kersen (of appels, later dit jaar) te plukken. Je wordt het veld in gereden met de tractor, doet je ding daar (plukken én eten dus) en achteraf betaal je gewoon wat er in je mandje ligt. Wij hebben alleszins nog een hele week van onze buit gesmuld. Eigen pluk smaakt trouwens honderd keer beter dan supermarkt-stuff.

Oh, en net als je denkt dat de dolle kinderpret hierna nog moeilijk te overtreffen is, kom je terecht bij  ‘t Kelshof in Domein Nieuwenhoven. Een gezellige brasserie, met een groot terras en zicht op de meest waanzinnige speeltuin. Echt een waar paradijs, waar we een pak langer dan verwacht zijn blijven hangen.

Ook onze lunchplek op zondag was zonder meer zalig: ‘t Speelhof. Een groene oase middenin de stad, die z’n naam alle eer aan doet. Lekker eten, lekker spelen. Zij bezig, wij op ons gemak.

En dan moet ik het tot slot toch ook nog even hebben over die magische plek waar we geslapen hebben. Het Land van Engelingen. Vakantiehuis én ontspanningsoord, zo pogen de eigenaars het te omschrijven. Ik noem het een thuisje op het einde van de wereld. Een prachtig landgoed in Helshoven, Borgloon. Op een kwartiertje van Sint-Truiden centrum, maar oh zo ver weg in je hoofd. Een oord waar ooit het water van de Herk het molenrad van de Engelingenmolen liet draaien. Ondertussen verbouwden Lieve en Freddy de vervallen schuur en het oude molenhuis tot 4 duurzame vakantiewoningen, waar 24 gasten kunnen verblijven. De boomgaard werd in ere hersteld. Naast een ecologisch waterzuiveringsstation is er nu ook een fantastische natuurlijke zwemvijver. En ze hebben de meest fotogenieke ezels rondlopen.

Perfecte weekends, ze bestaan.
(In Limburg toch alleszins.)

Limburgliefde. Niet toevallig mijn eerste column voor Het Belang van Limburg.

Erika Van Tielen

Ik had jullie eerder al laten weten dat ik er een aantal nieuwe contacten en opdrachtgevers bij heb. Wel, één daarvan is de krant Het Belang van Limburg. Vanaf nu schrijf ik wekelijks een column voor hun tv-bijlage HALLO. En dit was afgelopen weekend de eerste:

LIMBURGLIEFDE

Hallo! Dat lijkt me, gezien de titel van de bijlage waarin u deze tekst leest, de gepaste binnenkomer. Om daar meteen ‘de beste wensen voor 2015’ aan toe te voegen. Verplichte edoch gemeende kost in de begindagen van een nieuw jaar. En oh ja, in kleine lettertjes ook deze waarschuwing: ‘Opgelet, onderstaande tekst kan licht melige passages bevatten’. Dat is nog een restant van de sfeer tijdens de laatste dagen van vorig jaar.
Ik ben Erika Van Tielen en het zou me niet verbazen, mocht je al eens van mij gehoord hebben. Net zomin als het tegenovergestelde mij doet wankelen. Bekendheid is relatief en overschat. Wat niet wegneemt dat de bewuste toestand ook geweldig veel voordelen heeft. Mogen schrijven voor dit blad is er daar eentje van. Hoe anders zou een meisje uit Antwerpen (geboren in Borgerhout, opgegroeid in Merksem en Schoten en nu wonend in Schilde) aan een column in dé krant van Limburg geraken? Tenzij men mij verwart met Francesca Vanthielen, die wel over de juiste roots beschikt? Nee, dat misverstand is al langer de wereld uit. Ook mijn allergrootste fan, een Limburger, heeft geen connecties bij Het Belang. Toch is deze samenwerking niet zo ver gezocht als ze op het eerste gezicht lijkt. Als snottige Ketnetwrapper kampeerde ik elke winter een week in en rond de Hasseltse Grenslandhallen voor Ketnet Freezzz. Het uitgaansleven in de stad van de smaak had zo al snel geen geheimen meer voor mij. En kort daarna, toen ik nog even jong en kinderloos was, mocht ik twee seizoenen na elkaar het programma ‘Tjing Tjing Zomer’ op TVL presenteren. Dat ik die kans kreeg had weinig met dat gebrek aan kinderen, laat staan met kinderlijkheid te maken, maar alles met de guts van een jonge, Limburgse regisseur en zijn al even Limburgse baas. Zij durfden het aan om mij voor de Limburgse leeuwen te gooien, er rotsvast van overtuigd dat ze me niet gruwelijk zouden oppeuzelen. De heren kregen gelijk. Gelukkig. In plaats van rauw achter de kiezen te belanden, werd ik liefdevol omarmd en opgenomen in die warme, Limburgse familie. Totaal vooroordelenvrij. Twee zomers op rij trok ik kris kras door de provincie, bezocht de mooiste plekken en leerde de liefste mensen kennen. Ik zou het zo opnieuw doen. Elke zomer van mijn leven.
Ook later toen ik voor Vlaanderen Vakantieland op Eén aan de slag was, bleef de band die we hadden opgebouwd netjes intact. Zo maakte een bezoek aan pakweg Haspengouw, het Maasland of de mijnstreek mij standaard nét iets blijer dan een reportage in een ander deel van ons land. Hoewel ik dat in het kader van de neutraliteit niet al te opvallend tot uiting kon brengen. Geloof me, Toerisme Limburg kent haar troeven en weet ze te allen tijde perfect uit te spelen. Qua PR doet er in dit land geen enkele regio beter. En ook op het vlak van gastvrijheid staan jullie bovenaan de ranking. Ik hou oprecht van die zachte Limburgse mentaliteit. Nooit opdringering, nooit dominant, nooit bot. Ik kan niet kwaad zijn op Limburgers. Echt niet. Op Antwerpenaren wel. Al zijn ze nu ook weer niet zo slecht als ze soms worden afgeschilderd.
Ondertussen ben ik al een tijdje reporter af, maar er wordt nog altijd gretig naar mijn reisadvies geïnformeerd. En dan betrap ik mezelf erop dat ik mensen wel heel vaak in Oostelijke richting stuur. Ook al ligt er een metropool aan mijn voeten die je bezwaarlijk oninteressant kan noemen. ‘t stad is prachtig. Uiteraard. Maar de parking ten oosten ervan is dat ook. Ik zet mij daar de komende weken dus met veel plezier (denkbeeldig weliswaar) en hoop op evenveel enthousiasme van jullie kant. Met een liefdesverklaring zoals deze moet je wel niet afkomen. Ik zou ze niet geloven.

(Foto: Frank Abbeloos)