Hallo 2017! Wij zijn er klaar voor. Of toch ongeveer.

Ik ben er klaar voor, voor dat nieuwe jaar. Gelukkig maar, want de eerste week is alweer gepasseerd.

Mijn kerstvakantie viel deze keer zowaar onder de noemer ‘rustig’ te klasseren. Wat nachtgebraak op oudjaar niet te na gesproken. Een kerstmarktje hier, een tripje naar zee daar. En maar een werkdag of drie. Veel tijd dus voor mekaar. Gezin, familie, vrienden. Tijd om op te ruimen ook. In mijn huis en in mijn hoofd. Heerlijk.

En ondertussen zijn zelfs de koffers voor onze eerste reis van 2017 gepakt. Het is dus nog niet gedaan met de rust, nee. Nog heel even presenteren vandaag, op het BK cyclocross in Oostende, en morgen vliegen we dan naar… Aruba. Tien dagen vitamine D tanken en batterijtjes laden. Lucky me. Ik besef dat hoor. Maar anderzijds kiezen we echtwel heel bewust voor dit soort tripjes. Gaan wanneer het kan, want een freelancer neemt anders altijd wel een jobke aan. En het is misschien de laatste keer dat we buiten de schoolvakantie met z’n allen weg kunnen. (Finn start in september in het eerste leerjaar.)

Benieuwd wel hoe die twee tjoepjes van mij de verre reis dit keer gaan verteren. Zuid-Afrika vorig jaar was een voorzichtig, maar geen zaligmakend succes.

Voor Finn ben ik er redelijk gerust in. Die zal zich al die uren onbeperkte schermtijd op het vliegtuig niet meteen beklagen. Hij is ook echt in een recordtempo aan het ‘groeien’ de laatste weken. Zeker zonder broer in de buurt, durft hij zelfs zonder meer voorbeeldig te zijn. Ok, het luisteren kan af en toe nog wat beter en sneller vooral, maar het kind eet goed, slaapt flink (al stond ie een paar dagen geleden, diep in de nacht, totaal versuft op de gang en wilde hij eerst pipi doen in de wasmand en vervolgensin bad!) en is- hou u vast- als een gek beginnen tekenen. De rust die daarmee gepaard gaat, mag voor mij eeuwigblijven duren. Wat. een. zaligheid. Zo moeten ouders van meisjes zich dus continu voelen.

Voor the other one, kleine Rowen, hou ik mijn hart dan wel weer vast. Dat ventje is de laatste tijd mijn schaduw, een magneet, een plakijzer. Echt niet normaal. Overal waar ik ga, staat hij ook binnen de 3 seconden. Mama is alles en moet alles doen. Alsof er nog melk uit mijn borsten komt. Doet iemand anders een poging, is die sowieso tevergeefs. Of het nu over aankleden of te slapen leggen gaat, mama mag dan gewoon terug van start beginnen. Heftig hoor, zelfs op het toilet en in de douche wijkt hij amper van mijn zijde. Geclaimd en gegijzeld voel ik me dan. (Als ik niet in huis ben, zijn er blijkbaar veel minder issues. Gelukkig. Maar ook een beetje pijnlijk voor mij.)

Bovendien slaapt Rowen dramatisch slecht. Hij heeft ontdekt dat hij uit zijn bed kan klimmen en doet dat dan ook zodra we uit het zicht zijn. Gevolg: ik blijf erbij, in een stoel naast zijn bed, tot hij slaapt. Soms duurt dat 5 minuten, soms een uur. Maar there’s no other option helaas. Alle andere methodes zijn getest en leiden puur tot meer hysterie en agressie. Met uiteindelijk hetzelfde resultaat: dat ik ernaast zit tot hij eindelijk gekalmeerd is en snurkt. Doe ik dat niet, blijft hij uren wakker. Tot middernacht als het moet. Compleet zot gedraaid. Altijd weer dat bed uit om mama te zoeken. En sowieso komt ie ergens halverwege de nacht naar het ouderlijk bed getrippeld. Waar hij zich dan, geruisloos (nu ja), tussen ons in nestelt. Gezellig tot op zeker hoogte, maar niet houdbaar natuurlijk. Benieuwd of een verandering van omgeving de routine kan doorbreken. En of hij door de warmte misschien ook iets minder intens in zijn belevingen wordt. Want geloof me, als Rowen transformeert in een tijger of in spiderman, dan heb je dat wel gezien. En zeker gehoord. Soms zit ie zelfs zo erg in zijn rol dat ie het niet meer nodig vindt om op tijd bij z’n potje te geraken. Terwijl hij het maar al te goed kan.

Maar hey, topkind voor de rest. Vrolijk, guitig, levenslustig. Geweldig knuffelbaar. Om op te vreten zo schattig. Altijd klaar voor een nieuw avontuur. En slim ook wel. Denk ik. Al vindt iedere ouder dat van zijn kind, vermoed ik. Nee, hij is gewoon heel alert en superverbaal. Zegt veel na en pikt snel nieuwe dingen op. Zijn woordenschat lijkt al enorm veel groter dan die van Finn op dezelfde leeftijd.

Enfin, benieuwd dus… Ik plan alleszins om keihard met de flow te gaan. En dan horen jullie het wel. Tot binnen een week of twee!

Stop de klok! Dinsdag 15 december 2015.

rowen - 1

Lang geleden, heel lang zelfs, maar dan tóch nog eens eentje in deze fijne rubriek.

 

* Time flies gelijk zot. Daarnet was het nog zomer en plots is het bijna kerstmis.

* Heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat het een behoorlijk bewogen half jaar was. Met hoge pieken en diepe dalen. Veel vreugde en veel verdriet. Moves van 180 graden en weer terug.

* Drukke werkweken ook. Maar dat is goed. Mag af en toe. Al blijf ik de work-life balance streng bewaken.

* Ik heb trouwens nog to-taal geen spijt van mijn keuze voor het zelfstandigenbestaan. In tegendeel zelfs. Het bevalt me énorm. Ik heb nog een aantal zeer specifieke ambities voor 2016, maar ik klaag allerminst over 2015. De onzekerheid die er bij momenten is, neem ik er met plezier bij. Mijn vrijheid en flexibiliteit zijn onbetaalbaar.

* In mijn meest close vriendinnengroepje zijn er 5 baby’s op één jaar tijd geboren. En dat heeft zo zijn gevolgen. Zeker de laatste maanden zijn we compleet uit mekaar gegroeid. We zijn elk op onze eigen manier door een zware periode gegaan en toch zijn we er niet voldoende geweest voor mekaar. Niet omdat we niet wilden, zelfs niet omdat we niet konden. Wel omdat we te weinig moeite gedaan hebben. Vind ik. En ik steek mijn hand absoluut ook in eigen boezem. Ik hoop dat het nog goed komt.

* De band met sommige ‘schoolmama’s’ en vooral met de ‘crèche-mama’s’ wordt dan weer beter en beter. De ‘crèche-mama’s’, dat zijn de moeders van de jongens waarmee Finn ooit in de crèche zat. Die boys zitten ondertussen allemaal op een andere school, maar om de zoveel weken spreken we met de ‘bende van vijf’ af voor een date. Ergens in een binnen- of buitenspeeltuin. Op de kerstmarkt of op een ander event. Win win-situatie. Wij praten bij en drinken een glaasje bubbels of een koffie, de jongens spelen zich te pletter. Hun vriendschap is zo warm, zo hecht, zo mooi. Ik hoop heel hard dat we deze traditie nog lang kunnen volhouden.

* Ik heb het gevoel dat het baby-tijdperk hier nu echt officieel voorbij is, zo met een kleuter van ruim 4 én een peuter die volgende maand 2 wordt. Er zijn nog wel twijfels en struggles. Uiteraard. Maar toch. Stabiliteit en routine overheersen. Ik voel ook dat ik opnieuw met een gerust hart me- en we-time kan inplannen. En dat ik bij momenten weer (keihard) wil gaan feesten.

* Ik zou nog voor een derde kind kunnen gaan natuurlijk. Maar- in tegenstelling tot een tijdje terug- is die wens wat naar de achtergrond verschoven. Straks zijn we helemaal uit de pampers en dan nog eens helemaal van vooraf aan beginnen, schrikt me meer dan ooit af. Soms denk ik zelfs dat een derde snotter nooit meer de koddigheid van deze twee zal kunnen evenaren, laat staan overtreffen. Maar bon, het gevoel hieromtrent is al een paar keer eerder veranderd en dat zal nog wel eens gebeuren.

* Dat we goed slapen speelt ook mee natuurlijk. Af en toe wil Finn midden in de nacht bij ons in bed duiken of staat ie om halfzeven al te zeuren dat ie ‘naar beneden wol gaan‘. Maar toch, het kind slaapt over het algemeen goed door. En Rowen is helemaal de max. Die moet je tegenwoordig wakker maken op een schooldag en in het weekend ligt hij om 9u nog te maffen.

* Op woensdag en in het weekend doen ze ook allebei nog een middagdutje. Heerlijk. Ik ga dat nog lang aanmoedigen.

* De ochtendspits verloopt de laatste tijd een stuk vlotter. Al kan Finn nog altijd behoorlijk zeuren en tegenwerken. Tegenwoordig loopt het meestal fout bij de sokken. Die zitten nooit goed van de eerste keer. En ook niet van de tweede keer. Of de derde keer.

* Rowen is tegelijk het liefste kind van de planeet én een klein duveltje. Als hij z’n zin niet krijgt, verandert het blonde engeltje in no time in een koleriek monstertje. Roepen, slaan, brullen als een leeuw of zijn broer aan de haren trekken. Alle truken worden boven gehaald en wie niet sterk is, moet slim zijn. Gelukkig is die extreme boosheid even snel weer vergeten. En maakt de brede glimlach die volgt altijd alles goed.

* Hij houdt sowieso van lawaai, dat kleinste kind van mij. Slaan en kloppen met hard speelgoed. Maar ook extreem luid roepen. In de crèche is het zijn manier om niet te moeten dutten (ja, daar wil hij dus liever niks missen). Keeltje open en hup, zo moet hij wel uit de slaapkamer geëvacueerd worden. Mini-man weet perfect wat hij doet en welke aanpak het gewenste effect creëert.

* Zo heerlijk om te zien hoe kleine Rowen in een rotvaart bijleert. Hij doet grote broer na en doet het soms zelfs beter. Hij is handiger en communicatiever. Ook al zegt hij nog niet veel woordjes. Paarsj (paard) en krrrraan (met een Franse ‘r’) zijn z’n huidige favorieten.
En onlangs deed het kind zelfs een week lang 2 keer per dag pipi op het potje. Omdat hij bleef zitten als hij erop gezet werd en begreep wat er zou gebeuren. Ondertussen is ie wel weer even pro pampers, maar het concept is tenminste toch al duidelijk. Dat is een jaar vroeger dan bij zijn broer.

* Mijn eerste activiteit van de dag is: de poep van mijn oudste afvegen. Hij heeft er een gewoonte van gemaakt om de dag te starten met een grote boodschap. En dan staat hij daar met zijn billen omhoog te wachten en te roepen tot ik mijn bed uitkom. Goeiemorgen ja.

* Finn blijft uitwerpselen in het algemeen trouwens hilarisch vinden. Hilarischer dan de rest van zijn ‘maten’. “Dat is Finn en die zegt altijd pipi en kaka”, hoorde ik een klasgenootje onlangs tegen zijn mama zeggen. Gênant ja.

* Hij gaat wel doodgraag naar school onze kakaman. En hij wil al veel meer komen ‘werken’ bij de juf dan vorig schooljaar. Bovendien houdt hij zich vaker spontaan creatief bezig. Vooral kleuren en plasticine bewerken, vindt hij leuk. En hij puzzelt nu ook graag. De liefde voor auto’s en machines is nog aanwezig hoor, maar véél minder exclusief dan vroeger.

* Finn is echt een grote jongen aan het worden. Hij komt zelf uit zijn bed, gaat alleen de trap op- en af, voert kleine opdrachten uit, je kan er bij momenten al goed mee onderhandelen, … En als ie met z’n kameraden in de speeltuin zit, ben ik gerust voor een paar uur. Dat is zó handig en relaxed. Leve de (semi-)zelfstandigheid. Nu Rowen nog.

* Net als alle vorige jaren ben ik laat met het kiezen van het kerstmenu. En net als alle vorige jaren hebben we nog geen plan voor oudjaar. Misschien nu al een chalet in de Ardennen reserveren voor de overgang naar 2017?

* 2015 was misschien wel één van de moeilijkste jaren uit mijn leven en toch heb ik geen moeite om vooral het positieve te zien en te onthouden. Ik heb een dak boven mijn hoofd, een fijne familie én een geweldig gezin, met voorop 2 prachtige, gezonde kinderen. What else do you need??

Ik wens ieder van jullie minstens even veel geluk in 2016. Nu al.

Stop de klok! Rowen is 16 maanden.

Processed with VSCOcam with t1 preset

Wat gaat het toch hard. Het leven met kinderen bedoel ik dan. Mijn eerstgeborene blaast begot 4 kaarsjes uit deze zomer. En ‘kleine’ broer is al bezig aan zijn 2e levensjaar. 16 maanden is hij gisteren geworden. En ik kan niet anders dan hem bestoefen. Echt, wat een kind. Altijd vrolijk, altijd blij, altijd tevreden. Of is hij zo omdat ik als meer ervaren mama ook meer rust heb gevonden, en dus meer kan genieten? Een combinatie van beide, vermoed ik.

Even in detail overlopen.

* Hij stapt! Sinds 30 april om precies te zijn. In eerste instantie uiterst voorzichtig en met nog serieus veel kruipen tussendoor, maar na anderhalve week leek het al alsof ie nooit iets anders gedaan had. Toen we aan zee waren onlangs, heeft ie zich dan ook te pletter geoefend. Op de autodrome (terwijl Finn aan het gokarten was), op de dijk én in het mulle zand. En ja, als je het daar kan, kan je het overal.

* Rowen heeft al 8 tandjes, nummer 9 is onderweg. Wordt een hoektand. Bij momenten een pijnlijke affaire, merk ik.

* Zijn broer wilde geen tutje (heeft zelfs nooit begrepen wat hij met het ding moest aanvangen), maar Rowen is verslaafd. Ik moet echt opletten dat het geen tutterkind wordt. Zo eentje dat het ding dag en nacht en zelfs tijdens het spelen in z’n mond heeft. Moeilijk wel om het af te nemen, want de tut zorgt vaak voor instant troost en hij kan er zo giga veel plezier van hebben.

* Ik heb het sterke vermoeden dat hij sneller met taal is dan Finn. Meer dan papa, mama en kaka komt er weliswaar nog niet uit (en ook niet altijd op de juiste momenten), maar hij begrijpt best al veel, vind ik. Hij kan zijn wensen ook behoorlijk goed duidelijk maken met louter lichaamstaal en een paar geluidjes. Als ik ‘s ochtends bijvoorbeeld vraag: waar is je tutje?, wijst hij de weg en laat me onder zijn bedje kijken. Hij loopt zelf naar de kapstok voor z’n jasje als we naar de crèche moeten vertrekken. En hij doet zijn slabbetje uit, maakt een stopteken met zijn handen of steekt zijn tut terug in de mond als hij gedaan heeft met eten.

* Hij geeft heel graag high fives.

* Hij maakt ook leuke vroemgeluidjes als hij zijn auto’s laat rijden. Heeft ie zeker van z’n broer afgekeken. Net als het feit dat hij ‘woah!‘ zegt als hij met zijn speelgoedzwaard begint te zwaaien.

* Sinds hij een jaar geworden is, begint er ook echt een broederband te ontstaan. Al is het wel nog een zware haat-liefde verhouding. En als het (voorzichtige) samenspel ontaardt, laat Rowen zich zeker niet doen. Hij slaat gewoon terug. Vrij hard zelfs.

* Hij is heel erg geobsedeerd door het grote toilet. Als we de deur als eens vergeten dicht te doen, zal hij in een onbewaakt moment razendsnel naar de pot stappen en zijn handjes in het water stoppen. De trap heeft ook lang een enorme aantrekkingskracht uitgeoefend op hem, maar die fascinatie is nu wat aan het minderen, merk ik.

* Hij weent nooit als ik hem afzet in de crèche, maar als ik hem kom halen, kraait hij van plezier. Mocht hij kunnen, hij zou over het hekje jumpen van blijdschap. Hoe bevestigd kun je worden in je moederschap seg!? Absoluut zalig.

* Zijn pamper verversen is een hel. Rowen blijft to-taal niet stilliggen. We zijn hier ondertussen specialist in het aan- en uitdoen van pampers in  alle mogelijke standjes en zelfs on-the-go.

* Hij slaapt meestal door, maar nog niet altijd. Nu, als hij wakker wordt, is het gelukkig slechts heel even. Tutje of flesje brengen en hup, hij droomt weer lustig verder. Hij drinkt wel nog behoorlijk wat flesjes, ons zuiperke. Eentje voor het slapengaan (samen met een boterham), eentje tussen 23 en 24u en soms nog eentje als ie ergens tussen 3 en 4 wakker wordt. Als hij wél tot de ochtend doorslaapt, krijgt hij dan nog een fles (en een boterham), voor we naar de crèche vertrekken. De hoeveelheid voor het slapengaan opdrijven, werkt niet. Hij drinkt altijd exact dezelfde portie.

* Niks mooiers dan de smile waarop hij mij elke ochtend trakteert als ik hem uit zijn bedje haal. Hij lacht trouwens de hele dag door. Heerlijk, heerlijk, heerlijk.

Stop de klok! Dinsdag 28 april 2015.

tuin - 1 (3) tuin - 1 (2)

Soms wou ik dat het kon. De tijd even keihard stilzetten. Mijn gelukjes op hun hoogtepunt bevriezen. Maar zelfs al zou ik mezelf op die manier voor eventueel ongeluk kunnen behoeden, ik zou ook geen nieuw geluk meer leren kennen. Beter dus, lijkt me, om de klok puur hypothetisch even te stoppen. Daarom ook deze nieuwe rubriek.
Een soort foto van mijn leven. Gemaakt op dat ene specifieke moment. Niks foefelare, niks trucare,… Gewoon mijn leven, liefdes en gedachten zoals ze zijn, hier en nu.

* Ik wilde deze week enorm graag naar zee. Naar het appartement van mijn schoonouders. Met mijn eigen mama en met de kindjes. Maar omdat de lente niet helemaal in topvorm is, hebben we toch maar besloten om thuis te blijven. Toch altijd een hele verhuis met twee kinderen+ bagage en die doe ik niet om daar wat binnen te gaan zitten. Jammer, want ik had geen werkverplichtingen en gigantisch veel zin in het simpele leven daar. Slapen, eten, wandelen, spelen en genieten van zon, zee, strand en van elkaar. Nothing more, nothing less. Half mei doen we een nieuwe poging. Hopelijk meer geluk dan.

* In tussentijd maak ik van de gelegenheid gebruik om eindelijk aan mijn boek te beginnen schrijven. De deadline komt al aardig in zicht.

* Mijn lief moet dringend terug gaan werken. Niet dat ik hem uit het huis wil, in tegendeel zelfs. I love having him around. Hij transformeert zich tussen twee producties in immers altijd tot dé perfecte huisman. Maar ik weet gewoon dat het hem deugd zal doen en dat de actie en het sociale contact de kleine frustraties of ergernissen die er nu soms zijn, snel zullen vernietigen. Nieuwe impulsen zijn belangrijk en je geliefden missen is op een gekke manier ook wel goed. Liefde mag immers nooit ever vanzelfsprekend worden.

* Rowen is nog altijd een heerlijke baby. Nu ja, peuter eigenlijk, maar hij is de kleinste in huis en daarom noem ik ‘m gemakshalve nog altijd baby. Enfin, het kind lacht altijd én charmeert daarbij alles en iedereen die ook maar een beetje in de buurt komt. En toch is hij niet zo perfect als hij meestal laat uitschijnen. Mini weet verdomd goed wat hij wil én vooral wat hij niet wil. En dat laat hij ook almaar duidelijker merken. Soms zelfs met licht gegrom of met lichte slagen en verwondingen. Niet verontrustend als hij zijn eigen broer te lijf gaat. Dat is zelfverdediging die ik begrijp en soms zelfs stiekem aanmoedig. Wel erg als hij zijn leeftijdsgenoten in de crèche iets te hardhandig aanpakt.

* Hij stapt ook bijna, onze kleinste man. Bijna, maar nog niet helemaal. Lang stilstaan en een stap of anderhalf, dat lukt. Maar dan gaat ie toch maar gauw weer zitten. Bang? Geen zin om zich te concentreren? Of blijft hij liever kruipen omdat hij dan veel sneller is waar hij moet zijn? Ach, hij doet maar. Ik stimuleer, maar push zeker niet. Dat hij zijn eigen tempo maar volgt. Al zouden zijn gehavende knietjes wel blij zijn met de switch van kruipen naar lopen, denk ik.

* Finn, de grootste in huis (toch in de categorie ‘kinderen’), doet dan weer af en toe alsof hij terug een baby is. “Ik kan dat (nog) niet”, is een zinnetje dat we dezer dagen vaak te horen krijgen. Regressie om aandacht te vragen? Ik vermoed het. En bovendien is hij bij momenten echt stout. Ook op school was de juf, die normaal gezien altijd op hoop en positivisme leeft, gisteren lichtjes ten einde raad. “Hij doet zijn eigen goesting, negeert mij en luistert dus helemaal niet”, klonk het. Tjakka. Wij dus instant overgeschakeld op een strenger opvoedingsplan. Van (te) mild en met het idee: ‘hij weet nog niet beter’, naar ‘hij weet het wel degelijk’ en dat spelen met onze voeten moet verdorie rap gedaan zijn. En kijk eens aan, het lijkt (meestal) te werken. Vragen negeren, niet luisteren of stout zijn, betekent immers geen computer of tv kijken en in extreme gevallen de verwijdering van zijn belangrijkste speelgoed. Al moeten we het dreigement wel nog vaak herhalen. En ik doe dat niet graag, zo de hele dag zeuren tegen mijn kinderen en constant op scherp staan. Maar het moet. En het is nu óf we hebben problemen die niet meer zo makkelijk op te lossen zijn. Ja jongens, wat heb ik dat opvoeden toch onderschat. Geef mij maar gewoon wat pampers en papflessen. Zorgen voor en verzorgen is veel meer mijn ding.

* Finn is officieel geobsedeerd door zijn piemel. Hij vindt de zijne groot en de mijne klein. En hij haalt het ding constant uit zijn boxershort. Vanochtend nog ging hij zijn knie poetsen met zijn piemel. For real. Al is het niet gelukt. Hij laat trouwens ook ‘boertjes met zijn poep’. Echt gezegd ja.

* Hij heeft ook eindelijk begrepen dat hij ‘s nachts in zijn eigen bed moet blijven liggen. Zelfs al wordt hij even wakker om naar het toilet te gaan. Ons bed is verboden terrein tot de ochtend. Een spidermanpop houdt de wacht en Finn durft hem niet voorbij. Hij weet bovendien dat de computer de kast in gaat, zodra hij toch midden in de nacht onder onze lakens zou kruipen.

* Smeltmoment: de boys op het springkasteel. Rowen komt erbij en Finn zegt tegen de andere kindjes: “Oppassen iedereen! Mijn kleine broer komt erbij!”.

* Ik mis de zon en de lente nu al. Soms vraag ik me af waarom ik, los van praktische bezwaren, niet vaker een paar dagen naar de zon boek of gewoon verhuis naar een land waar die bol altijd schijnt. Ik ben zoveel meer waard op een mooie lente- of zomerdag.

* Wel een reis naar Spanje geboekt alvast. Begin juni zijn we weg voor een weekje. Can-not-wait.

* Ik heb eindelijk business cards laten maken en drukken. Feel like a pro. A real entrepreneur. Eentje die almaar blijer wordt met haar keuze voor zelfstandigheid.

* Ik twijfel over een derde kind. Mijn hoofd en mijn lief zeggen nee, mijn hart schreeuwt ja. Het voelt alsof ik er nog niet klaar mee ben. Met zwanger zijn en bevallen enzo. Ik weiger trouwens ook radicaal om mijn babystuff al definitief weg te geven. En dat zowat al mijn close vriendinnen in verwachting zijn, helpt ook niet natuurlijk.

* Topquote: Sarah Bettens in DM: “Sinds ik kinderen heb, heb ik geen tijd meer, maar wel rust. Ik hoef niet langer na te denken over mijn prioriteiten. Natuurlijk ga ik de kinderen van school halen. Natuurlijk eten we samen. Natuurlijk maken we nadien een puzzel. Dat dat allemaal zo vanzelfsprekend is en dat ik dat allemaal zo graag doe, maakt me heel rustig. Elke dag is een productieve dag, want ik heb ‘m samen met mijn kinderen doorgebracht.” Spot on, zou het niet beter kunnen zeggen. Al lijkt dit er wel een beetje op.