Wat gaat het toch hard. Het leven met kinderen bedoel ik dan. Mijn eerstgeborene blaast begot 4 kaarsjes uit deze zomer. En ‘kleine’ broer is al bezig aan zijn 2e levensjaar. 16 maanden is hij gisteren geworden. En ik kan niet anders dan hem bestoefen. Echt, wat een kind. Altijd vrolijk, altijd blij, altijd tevreden. Of is hij zo omdat ik als meer ervaren mama ook meer rust heb gevonden, en dus meer kan genieten? Een combinatie van beide, vermoed ik.
Even in detail overlopen.
* Hij stapt! Sinds 30 april om precies te zijn. In eerste instantie uiterst voorzichtig en met nog serieus veel kruipen tussendoor, maar na anderhalve week leek het al alsof ie nooit iets anders gedaan had. Toen we aan zee waren onlangs, heeft ie zich dan ook te pletter geoefend. Op de autodrome (terwijl Finn aan het gokarten was), op de dijk én in het mulle zand. En ja, als je het daar kan, kan je het overal.
* Rowen heeft al 8 tandjes, nummer 9 is onderweg. Wordt een hoektand. Bij momenten een pijnlijke affaire, merk ik.
* Zijn broer wilde geen tutje (heeft zelfs nooit begrepen wat hij met het ding moest aanvangen), maar Rowen is verslaafd. Ik moet echt opletten dat het geen tutterkind wordt. Zo eentje dat het ding dag en nacht en zelfs tijdens het spelen in z’n mond heeft. Moeilijk wel om het af te nemen, want de tut zorgt vaak voor instant troost en hij kan er zo giga veel plezier van hebben.
* Ik heb het sterke vermoeden dat hij sneller met taal is dan Finn. Meer dan papa, mama en kaka komt er weliswaar nog niet uit (en ook niet altijd op de juiste momenten), maar hij begrijpt best al veel, vind ik. Hij kan zijn wensen ook behoorlijk goed duidelijk maken met louter lichaamstaal en een paar geluidjes. Als ik ‘s ochtends bijvoorbeeld vraag: waar is je tutje?, wijst hij de weg en laat me onder zijn bedje kijken. Hij loopt zelf naar de kapstok voor z’n jasje als we naar de crèche moeten vertrekken. En hij doet zijn slabbetje uit, maakt een stopteken met zijn handen of steekt zijn tut terug in de mond als hij gedaan heeft met eten.
* Hij geeft heel graag high fives.
* Hij maakt ook leuke vroemgeluidjes als hij zijn auto’s laat rijden. Heeft ie zeker van z’n broer afgekeken. Net als het feit dat hij ‘woah!‘ zegt als hij met zijn speelgoedzwaard begint te zwaaien.
* Sinds hij een jaar geworden is, begint er ook echt een broederband te ontstaan. Al is het wel nog een zware haat-liefde verhouding. En als het (voorzichtige) samenspel ontaardt, laat Rowen zich zeker niet doen. Hij slaat gewoon terug. Vrij hard zelfs.
* Hij is heel erg geobsedeerd door het grote toilet. Als we de deur als eens vergeten dicht te doen, zal hij in een onbewaakt moment razendsnel naar de pot stappen en zijn handjes in het water stoppen. De trap heeft ook lang een enorme aantrekkingskracht uitgeoefend op hem, maar die fascinatie is nu wat aan het minderen, merk ik.
* Hij weent nooit als ik hem afzet in de crèche, maar als ik hem kom halen, kraait hij van plezier. Mocht hij kunnen, hij zou over het hekje jumpen van blijdschap. Hoe bevestigd kun je worden in je moederschap seg!? Absoluut zalig.
* Zijn pamper verversen is een hel. Rowen blijft to-taal niet stilliggen. We zijn hier ondertussen specialist in het aan- en uitdoen van pampers in alle mogelijke standjes en zelfs on-the-go.
* Hij slaapt meestal door, maar nog niet altijd. Nu, als hij wakker wordt, is het gelukkig slechts heel even. Tutje of flesje brengen en hup, hij droomt weer lustig verder. Hij drinkt wel nog behoorlijk wat flesjes, ons zuiperke. Eentje voor het slapengaan (samen met een boterham), eentje tussen 23 en 24u en soms nog eentje als ie ergens tussen 3 en 4 wakker wordt. Als hij wél tot de ochtend doorslaapt, krijgt hij dan nog een fles (en een boterham), voor we naar de crèche vertrekken. De hoeveelheid voor het slapengaan opdrijven, werkt niet. Hij drinkt altijd exact dezelfde portie.
* Niks mooiers dan de smile waarop hij mij elke ochtend trakteert als ik hem uit zijn bedje haal. Hij lacht trouwens de hele dag door. Heerlijk, heerlijk, heerlijk.