Ik heb niet de stilste kinderen. Noch de flinkste. Laat staan de braafste. Maar dat betekent niet dat ze het slecht menen, die twee van mij. Hun hartje zit meer dan op de juiste plek. Het zijn gewoon levendige, behoorlijk stereotype jongens. Hevig, enthousiast, wild en misschien een tikkeltje te luid. Zwijgen kost hen behoorlijk veel moeite. Niet bewegen nog meer. En als het toch allemaal even lukt, is het zelden voor lang.
Thuis vormt die heftigheid zelden of nooit een probleem. Ze worden uiteraard op de vingers getikt als ze echt over de schreef gaan. Maar we hebben hier de luxe van een alleenstaand huis en een grote tuin. Dus af en toe compleet loos gaan kan perfect.
Maar op een ander wordt hun gedrag steeds vaker in vraag gesteld. Of zo lijkt het toch. Recent nog op vakantie in het prachtige Zuid-Tirol (het verslag van die reis volgt zéér snel trouwens!). Verwijtende, afkeurende blikken. Al dan niet aangevuld met vermanende woorden. Soms zelfs recht in hun of mijn gezicht. Op de luchthaven, in de trein, in het bos. Plekken waar mijn koters gewoon complexloos genoten van voor hen geweldig spectaculaire dingen. Met mij of hun omi altijd in de buurt. Om in te grijpen als het spel te heftig werd of het plezier zich in iets te luid gekir begon te vertalen. Hun vrijheid stopt immers waar die van een ander begint. Respect en beleefdheid blijven basiswaarden die ik er tot in den treure zal inpompen. En vooral: ik heb er zélf het meeste last van als ze zich misdragen. Wees gerust. Maar continu en voor het minste (of voor niks!) berispen, doe ik niet. Omdat het de zaken soms juist verergert en omdat er in mijn ogen ook minstens even veel momenten waren waarop ze wél netjes binnen de figuurlijke lijnen kleurden. Ik houd het trouwens niet vol om non-stop te blijven vermanen. Daar ben ik eerlijk in. Menselijk ook, denk ik.
Als je bijvoorbeeld al een paar uur wacht op je vlucht en je krijgt vervolgens nog twee uur vertraging aangesmeerd, dan is het geweldig moeilijk om je kinderen al die tijd onbeweeglijk en muisstil ter plaatse te houden. Of moet ik ze vastbinden aan hun stoel? Hun mond afplakken? Ik kan het ook niet vermijden dat ze per ongeluk tegen een mede-passagier aanstoten op de bus. Toch was dat ‘incidentje’ voldoende reden voor een knorrige Nederlandse man om zwaar uit te pakken tegen mijn jongste. De tweejarige begreep natuurlijk niet wat er aan de hand was en stak als tegenreactie deugenieterig zijn tong uit. Waarop de man in kwestie helemaal door het lint ging. “Sorry meneer, het zijn kinderen. Het is al laat en ze hebben ook al lang moeten wachten”, zei ik (veel te) beleefd om de boel te bedaren. Maar inwendig kookte ik van woede. Hoe kan je in godsnaam zo onverdraagzaam zijn? En hoe onwaarschijnlijk zielig ben je als je zo reageert op een levenslustige peuter?
Ook op het vliegtuig heb ik weer discussies gehad met de stewardessen. Zij worden keer op keer behoorlijk lastig als Rowen zich niet wil laten vastgespen voor het opstijgen of het landen. Ik begrijp dat het voor zijn eigen veiligheid is en ik weet dat ze hun procedures moeten volgen. Dat ze ook maar hun job doen. Maar je gaat mij toch niet vertellen dat mijn kind de enige tweejarige is die niet helemaal snapt waarom hij op bepaalde momenten plots ingesnoerd moet worden en zijn auto’s niet op het uitklapbare tafeltje mag zetten? Een tweejarige moet verplicht een eigen stoel nemen, maar de bijhorende gordel is niet aangepast aan kleine kinderen. Ze glippen er gewoon onderdoor als ze willen. En dat willen ze dus.
Ander voorbeeldje, vanop de trein. Een ritje van nog geen kwartier. Overdag, in een redelijk lege coupé. Jawel, plaats à volonté dus om te spelen. Op de grond en op de uitklapbare stoeltjes. Geen geluidloos spel, daar moet ik niet onnozel over doen, maar oorverdovend irritant was het nu ook weer niet. Toch vond één van de weinige andere passagiers het al na ongeveer drie minuten nodig om haar ongenoegen te uiten. In het Italiaans. En niet in vriendelijk Italiaans. Ja mevrouw, ik weet dat een trein geen speeltuin is en ik moedig het ook niet aan om ‘m als dusdanig te gebruiken, maar ik kan het niet helpen dat mijn kinderen mogelijkheden zien op zo’n moment.
Zelfde verhaal tijdens een bergwandeling, ver van de bewoonde wereld. Finn zingt vrolijk liedjes onderweg. Tot grote ergernis blijkbaar van een zeldzame passant. De man steekt een hele preek af tegen Finn, over hoe hij door zo veel lawaai te maken geen dieren zal kunnen zien. In het Duits dan nog wel. Terwijl hij heel goed had gehoord dat mijn kind die taal niet machtig is. Een onrechtstreeks verwijt bijgevolg aan zijn moeder, aan mij. Ik had mijn kinderen niet voldoende in toom gehouden in deze sacrale omgeving.
Ja jong, ik ben echt nog wat in shock. Heb ik echt zo’n irritante kinderen? Of te domme kinderen? Moeten ze alles ineens snappen? Al op 2 jaar even goed weten als een volwassene hoe de wereld in mekaar zit? Zijn volwassenen überhaupt altijd zo beleefd en respectvol? Komt hun eigen theorie altijd zo mooi overeen met de praktijk? Mogen kinderen hun grenzen niet aftasten? Hoort dat niet bij het hele leerproces? Ben ik niet streng genoeg? Is mijn opvoeding nu al mislukt? Ben ik gewoon de foute mensen tegengekomen? Of is onze maatschappij aan het verzuren? Moeten verdraagzaamheid en respect niet van beide kanten komen? Kunnen ouderen niks meer van jongeren verdragen? Ze zouden nochtans beter moeten weten. Vroeger vond men een kind dat stilzat abnormaal. Tegenwoordig lijkt het de norm. Kinderen moeten maar meteen in de pas lopen. Peuters en kleuters moeten maar meteen weten wat wel en niet hoort. En nieuwsgierigheid en enthousiasme moeten maar meteen in de kiem gesmoord worden.
Wat zijn jullie ervaringen/meningen hieromtrent?