Pret met Rowen, part I.

Na maar liefst 11 lijstjes Fun met Finn is het hoog tijd voor een allereerste Pret met Rowen. Klinkt iets minder allitererend, I know, maar de inspiratie wil even niet mee. En de inhoud is belangrijker dan de titel, toch?

Gek eigenlijk dat het zo lang geduurd heeft voor onze jongste een eigen rubriek te pakken heeft. Z’n mondje staat niet bepaald stil. Hij is veel sneller beginnen praten dan zijn broer en doet het bovendien liever, spontaner én beter. Het kind heeft op drie jaar écht al een behoorlijk uitgebreide woordenschat. Al vergelijk ik zijn repertoire vooral met dat van Finn natuurlijk, en die is toch altijd meer een man van daden dan van woorden geweest.

Anyway, het is een feest om Rowen bezig te horen. Voor alles heeft en geeft ie een uitleg. En soms blijft hij- alsof hij de aandacht nog harder naar zich toe wil zuigen- even licht stotterend hangen: “Ma, ma, ma, ma… .” Om dan vervolgens zijn visie, bemerking of oplossing uit de doeken te doen. De werkwoorden minder goed vervoegd dan een tijdje terug weliswaar. Maar bon, dat schijnt een normale fase te zijn.

Wij horen ‘m, tussen al die gekkig- en slimmigheden die vaak zo goed geformuleerd zijn dat de mop er (te) snel af is, heel graag deze oneliners geven:

“Ik ga da meer ni doen.” Dat hij het dus niet meer gaat doen. Ja schattig is ie genoeg, hoor. Braaf iets minder. Maar zo komt hij er toch altijd een beetje mee weg.

“Niks! Nihiks!” Nog voor we onraad ruiken, verklapt onze kleinste jongen zichzelf. Heerlijk.

“Wawel!” Als in ‘wél waar’.

“Papot!” Stuk dus.

“Zo is dat niet mama!” Hij weet het altijd beter dan zijn moeder uiteraard.