Erika bekent: mijn kinderen eten boterhammen met choco.

Alle respect voor Sofie Dumont. Ik vind dat een knappe en aangename vrouw die ik al eens graag bezig zie op mijn tv. Maar vorige week tijdens de ochtendshow van het zusje op Qmusic, zei ze iets waar ik een paar minuten later nog van aan het bekomen was.

Haar kind heeft nog nooit ever een (witte) boterham met choco gegeten. Ze gruwde zelfs nog maar bij de gedachte. Zelfgemaakte cacaopasta, dat kon nog net. Voor de rest was de brooddoos van dochterlief bijna dagelijks een ster waard. Of zo leek het toch. Zo verfijnd en gevarieerd.
Nu pas op, het gesprek ging over gezonde voeding voor kinderen en gezien dat haar stokpaardje is, is ze het vermoedelijk min of meer aan zichzelf verplicht om geweldig consequent te zijn op dat vlak. Maar ik bleef desalniettemin verbouwereerd achter. En met een reuzegroot schuldgevoel. Mijn kinderen verzetten namelijk wél een paar potten choco per schooljaar. En dat bruine goedje durft bovendien al eens uitgesmeerd te worden op een witte boterham. Ik weet ook wel dat daar weinig voedingsstoffen inzitten hoor, maar het is nu eenmaal een heerlijke combi. Weet ik uit eigen ervaring. En soms is het bruine brood op bij de bakker. Of in de automaat. En ben ik blij dat ze een witte boterham eten in plaats van geen boterham.

Voor alle duidelijkheid: ‘s middags krijgen ze geen choco in de brooddoos. Te veel smurrie. In plaats daarvan geef ik ze even weinig verantwoorde en totaal oncreatieve boterhammen met kaas of vlees. Soms met wat kerstomaatjes erbij. Halleluja. Meer is het niet en meer moet het volgens mij ook niet zijn. Mijn kinderen maken op school toch veel te weinig tijd om te eten. De speelplaats roept, dus dat lunchpakket kan nooit snel genoeg naar binnen gewerkt worden. En boterhammen gaan dan nog net iets vlotter het mondje in dan een slaatje, een lactosevrije quiche of een zelfgemaakte mueslibar. Om maar een paar funky alternatieven te noemen. Soms verdwijnt er zelfs helemaal niks tussen de lippen. En krijgt moeder de hele reutemeteut ‘s avonds netjes terug geleverd. Uitgedroogd en door mekaar geklutst. Sorry, maar dan ben ik oprecht blij dat ik de avond ervoor geen uur tijd gestoken heb in dat lunchpakket.

Betekent dit nu dat mijn kinderen moeilijke eters zijn? Verre van. Thuis eten ze meer en makkelijker. Ze lusten alles. Met periodes weliswaar. Finn eet zelfs sushi, mosselen en havermout. En Rowen drinkt graag soya- en amandelmelk. Ik bied ze alles aan wat wij ook eten of in het vizier krijgen. Maar ik dring niks op. En I choose my battles, zoals in elke andere opvoedingsoorlog die ik voer.

Of dat het mij niet kan schelen wat mijn kinderen al dan niet eten? Integendeel. Ik vind gezond eten belangrijk, ook al ben ik zelf geen keukenprinses. Maar ik probeer wel altijd het ruimere plaatje te zien. Mijn kinderen hebben energie voor tien, zijn nooit ziek (hout vasthouden!!) en zien er- spreek met tegen als je ‘t anders opmerkt- behoorlijk fit uit. Dus ik geloof ten zeerste en ten stelligste dat ze binnenkrijgen wat ze nodig hebben. Niet te veel en niet te weinig. Veel gezond en af een toe ook een beetje minder gezond. Maar nee, ik zit dus niet elke maaltijd het aantal chiazaden te tellen.

Wat er dan wel aan de hand is?
Dat ik door alle voedselhypes en –goeroes, massa’s mekaar tegensprekende onderzoeken en de overvloed aan #healthyhashtags op social media, toch een beetje onzeker ben geworden. En dat dat, besef ik nu, totaal nergens voor nodig is.

Want, wat hebben we- of ik alleszins- uiteindelijk geleerd?

  1. Alles kan, maar met mate. Snoepen mag dus af en toe. En de pot choco is hier nog lang niet verbannen. Mama houdt ook van een pak friet of een reep chocolade op tijd en stond.
  2. Een kind leert meer van wat het thuis ziet, dan van wat het opgelegd krijgt. Wij trekken dus zelden een zak chips open als we tv kijken (tenzij er iets te vieren valt!). Maar we gaan ook relaxt om met eten én sporten vaak. Elke dag het goeie voorbeeld proberen geven, heeft op het einde van de rit meer impact dan per se die granola door te strot te willen rammen. Denk ik zo, in alle bescheidenheid.
  1. Lees, informeer je, maar luister vooral naar je eigen gevoel. En je eigen lichaam. En moedig je kinderen aan om hetzelfde doen.

Voila, smakelijk!

(Deze column verscheen eerder in het superfijne magazine Zappy Ouders.)