Een troostend en zowat alles verklarend zinnetje als het over de groeipijntjes van onze kinderen gaat. Een plotse afkeer van groenten? Het is een fase. Terrible two and even more terrible three? Fases uiteraard. Geobsedeerd door uitwerpselen, Bob de bouwer of dinosaurussen? Een fase, of wat had je gedacht.
Maar dat ook mijn ouderlijk leven in fases verloopt, daar had ik gek genoeg nog niet bij stilgestaan. Tot ik heel recent besefte dat er weer een nieuwe aangebroken was. Plots. Of zo leek het toch. Het betreft, zo blijkt, de fase waarin ik voel dat ik weer even meer aan mezelf moet denken. Mag denken. Omdat ik het nodig heb, omdat het mij goed doet. Enorm goed zelfs.
Want hoe graag ik ook mama ben en hoeveel geluk, plezier en trots ik ook puur uit mijn titel, ik val niet samen met die status alleen. Ik ben ook nog een vrouw, een lief en een onderneemster. Om maar een paar rollen te noemen. En hoewel ik meermaals heb verkondigd dat ik maar al te goed wist hoe ik al die facetten van mijn persoonlijkheid moest verenigen, week de praktijk dikwijls af van de mooie theorieën in mijn hoofd. Geen probleem in mijn vorige fase (ik lag er niet eens wakker van dat ik niet aan mijn eigen theorieën beantwoordde), wél in de deze dus. Alles is perceptie. Ook het beeld dat je over jezelf hebt.
Nu, ik geloof nog altijd eerder in een eigen leven mét mijn kinderen, dan een eigen leven naast mijn kinderen. Dat blijft een essentiële nuance. Maar dat leven van mij (met kinderen) mag weer (even?) wat meer body krijgen. Uitstapjes voor de kinderen? Natuurlijk. Maar ook uitstapjes waar ik iets aan heb. Avonden thuisblijven en babysitten? Zeer zeker. Maar ook avonden waarop ik ongegeneerd uitga en weiger te denken aan mijn levende wekkers de ochtend erop. Pampers en plasticine? Geen probleem. Maar ook yoga, concertjes en citytrips.
(Praktische bezwaren die ik gemakkelijkheidshalve even negeer:
-Mijn beste vrienden en vriendinnen zijn zelden beschikbaar om mij te vergezellen, wegens zelf nog in een andere fase zittend.
-Door er zelf minder te zijn, belast ik mijn (groot-)ouders nóg meer dan nu soms al het geval is.)
Als ze er niet zijn, als ik niet bij hen ben, mis ik mijn jongens. Maar het doet me tegelijk ontiegelijk veel deugd om even weg te zijn en te resetten. Ik kom altijd terug met een lichter hoofd en meer energie. Een heerlijk gevoel dat ik bijna vergeten was. Omdat ik er voorheen geen nood aan had. Dacht ik. Of misschien wilde ik gewoon niet in de verleiding komen. Ook een optie. Een goeie zelfs.
Whatever. Ondertussen zijn ze 4 en ruim anderhalf, die kinderen van mij. Zij zijn gegroeid en veranderd, en ik ben dat ook. Ik evolueer netjes mee met hen. Pas me aan. De grote, continue zorg heeft plaats gemaakt voor een even intense, maar net iets minder intensieve vorm. En dat is goed. For now. Want hey, ook dít is een fase. En dus is het ergens altijd een beetje wachten op de volgende.
Nog meer bekentenissen van een moeder lees je hier. Of in boekvorm.