Eigenlijk kan Finn zowat alles wat een doordeweekse 5-jarige kan. Alleen is en was ie er altijd wat later mee dan de rest. Op het potje gaan, de pennengreep, fietsen, zwemmen,… De acuutheid van de dingen ontgaat hem vaak. Alles wat niet strikt noodzakelijk is (of waar je geen zin in hebt), kan je net zo goed uitstellen, denkt hij vermoedelijk. Maar uiteindelijk doet ie het dus wel. En ik verwacht eerlijk gezegd dezelfde gang van zaken als het over de juiste werkhouding en de nodige vaardigheden voor het eerste leerjaar gaat. Hij heeft nog vier maanden om in gang te schieten. Een eeuwigheid voor een kleuter. Toch?
Ja en nee. We hebben hier zopas besloten het zekere voor het onzekere te nemen. Want het kind moet zijn ‘klik’ deze keer maar eens net te laat maken. En eerlijk is eerlijk, zijn ‘toetertest‘ was ook niet om over naar huis te schrijven. Daarom oefent hij nu, na nog eens twee stevige testen, twee keer per week bij de kine en de logo. Hij werkt aan zijn leerhouding (beter en langer focussen op taakjes, volhouden om tot een succeservaring te komen, …), zijn motoriek (juist omgaan met z’n linkshandigheid, proberen om niet meer op zijn tipjes te lopen, …), zijn taalbegrip (beter luisteren, opdrachtjes op de juiste manier verwerken en aanpakken, …) en zijn taalproductie (vertellen waar hij mee bezig is, leren uitleggen waar het precies fout gaat in plaats van gefrustreerd te geraken, …).
Extra duwtjes in de rug dus. Om hem zo goed mogelijk voorbereid aan de start te krijgen. Om hem te besparen dat hij van dag 1 al moet inhalen. Om (hopelijk) te voorkomen in plaats van te genezen.
Daarnaast blijven we evenzeer focussen op alles wat wél al lukt en goed gaat. Finn is bijvoorbeeld heel sociaal. Zorgzaam ook, zeker voor (kleine) meisjes. Als er iemand pijn heeft, snelt ie als eerste ter hulp. Hij is een meesterbouwer, een topklimmer én een vaardig bestuurder van auto’s op afstandbediening. Hij kan uren geconcentreerd tekenen. Hij kan graven als geen ander. En er zijn weinig kleuter-apps en Netflix-kinderseries die nog geheimen voor hem hebben.
Dat zijn óók allemaal belangrijke talenten in het leven.
Maar ja, school hoort voor hem ook nog minstens een jaar of vijftien bij dat leven. En dus hoop ik dat hij snel een mooi evenwicht vindt. Tussen de moetjes en de magjes. Zijn wil en die van anderen. Zijn talenten en zijn gebreken.