Ik wist het eerlijk gezegd niet. Dat je voor Guadeloupe geen reispas nodig hebt, dat de roamingtarieven niet duurder zijn dan in Europa en dat ook alle voorzieningen dezelfde zijn als in La Métropole. Guadeloupe is gewoon Frankrijk op verplaatsing. Maar dan met nog meer zon, nog meer palmbomen en nog meer champagne. Of rum uiteraard.
Helaas ook met vergelijkbare prijzen.
Nee, Guadeloupe is Frans overzees gebied, in de Caraïben. Een région d’outre-mèr (ROM), zoals ze het zelf noemen. Net als Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte. Pas mal om al die paradijsjes in bezit te hebben, me dunkt.
Voor veel Fransen is Guadeloupe dus een heel normale bestemming. Voor de meeste Belgen daarentegen is de regio compleet onontgonnen terrein. Maar kijk, daar zou ik bij deze dus graag verandering in brengen.
Guadeloupe telt 27 eilanden, waarvan er 5 bewoond zijn: Grande-Terre, Basse-Terre, Marie-Galante, Les Saintes (Terre-de-Haut en Terre-de-Bas) en La Désirade.
Het weer is er het hele jaar door redelijk geweldig (een graad of 30), maar de eilanden kennen grofweg twee seizoenen. L’hivernage van juni tot november en de carême van januari tot april. De drukste toeristische periode begint in november. Het uurverschil is 6u in de zomer en 5u in de winter.
Vliegen op Guadeloupe doe je bijvoorbeeld met Air Caraïbes, vanuit Paris-Orly. De vlucht naar Pointe-à-Pitre, de hoofdstad, duurt een dikke 8u. Bij Air Caraïbes heet economy class trouwens classe soleil en ze serveren er rum als aperitief. Een perfect voorsmaakje van de joie de vivre die je ter plaatse mag verwachten.
Boten zijn uiteraard het belangrijkste vervoersmiddel als je met eilanden te maken hebt. Maar zeker voor de verkenning van Grande-Terre en Basse-Terre huur je best een auto. Bij Hertz ben je zeker van een goeie en snelle service.
Bon, naar de essentie dan.
De reis zelf. 5 eilanden, 5 blogposts. Dat is de bedoeling. En deze eerste is geheel gewijd aan het grootste eiland: Grande-Terre, quoi.
MUST SEE
Pointe-des-Chateaux. Daar waar de Caraïbische zee en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten. De naam komt waarschijnlijk van het feit dat men vroeger de rotsen vanop zee voor kastelen aanzag.
Lagon de la Porte d’Enfer en Pointe de la Grande Vigie liggen vlakbij en zijn ook bijzonder indrukwekkende uitzichtspunten.
Le Moule. Een slaperig, maar charmant stadje. Vol kleurrijke gebouwen.
Anse-Bertrand. Een slaperig dorpje aan een mooie baai. Op en top couleur locale!
Plage de Souffleur- Port Louis. Eén van de mooiste en meest toegankelijke stranden. Het water is rustig en heeft de perfecte temperatuur. Wordt ook wel la piscine genoemd, omdat de lokale kindjes naar hier komen om te leren zwemmen. Hier raak je zeker aan de praat met een aantal locals of ingeweken Fransen.
MUST EAT
Le Poisson d’Or in Port-Louis. Maak kennis met de flamboyante chef Esther en de heerlijke Creoolse keuken!
MUST SLEEP
Hotel Résidence Le Golf Village, Les Hauts de Saint-François, Saint-François. De perfecte uitvalsbasis om Grande-Terre te verkennen en niet te duur. De bungalows zijn kleurrijk en liggen in en rond een grote tuin.
Hotel Auberge de la Vieille Tour, Montauban, Le Gosier. Klassieke luxe in één van de meest toeristische stadjes van Guadeloupe. Het ontbijt is uitgebreid, het zwembad groot en de kamers zijn zelfs gigantisch. Met een ongelooflijke seaview bovendien.
Voilà, tot zover deel 1. Much more coming up dus. Op de blog, maar ook op deguadeloupe.be. Want uiteraard had ik die twee dudes en hun cameramateriaal niet alleen bij tegen de eenzaamheid.
Nog meer foto’s? Check mijn FB en IG!