De 40 zinnen die elke peuter- en kleuterouder gebruikt.

reis - 2

En als je nog een baby in huis hebt, kan je alvast beginnen oefenen…

  1. Geef alstublieft antwoord als ik je iets vraag!
  2. Heb jij geen oren misschien?
  3. Ben ik tegen een muur aan het praten?
  4. Niet in je neus peuteren.
  5. En je snot zeker niet opeten.
  6. Hoeveel keer moet ik dat nu nog zeggen?
  7. Niet praten met je mond vol.
  8. Hoe weet je nu dat het niet lekker is als je het niet eens geprobeerd hebt.
  9. Als je je bord niet leeg eet, krijg je geen puddinkje.
  10. Ga eens rechtzitten aan tafel.
  11. Voetjes van tafel.
  12. Niet zo hangen aan tafel.
  13. Niet gillen in huis.
  14. Wees eens lief voor je broertje/zusje.
  15. Zeg eens ‘sorry’.
  16. Nu is het écht tijd om te gaan slapen.
  17. Wat hadden wij afgesproken?
  18. Jij hebt helemaal niks te willen.
  19. Weet je wat mama/papa allemaal zou willen?
  20. Moet ik tot drie tellen?
  21. Ik tel tot drie…
  22. Praat ik misschien Chinees?
  23. Wat zeg je dan? (‘Danku’. ‘Pardon’. ‘Sorry’. ‘Alstublieft’.)
  24. Waag het niet hé!
  25. Stop daarmee! Nu!
  26. Zeg eens ‘dag’ aub.
  27. Geef eens een kus.
  28. Jij bent de grootste, wees eens flink.
  29. Kijk naar mij als ik iets zeg.
  30. Stop met je broer/zus te slaan!
  31. Laat je broer/zus gerust!
  32. Doe ‘ns even normaal aub.
  33. Voila, dat komt ervan.
  34. En daarnet moest je nog geen pipi doen?
  35. Niet met je vuile handjes aan de muren.
  36. Ook niet aan de ruiten.
  37. Allez vooruit, nog één kusje.
  38. Allez vooruit, nog heel even tv kijken dan.
  39. Mama/papa heeft maar twee handen.
  40. Nu is het genoeg geweest!