Ik had jullie eerder al laten weten dat ik er een aantal nieuwe contacten en opdrachtgevers bij heb. Wel, één daarvan is de krant Het Belang van Limburg. Vanaf nu schrijf ik wekelijks een column voor hun tv-bijlage HALLO. En dit was afgelopen weekend de eerste:
LIMBURGLIEFDE
Hallo! Dat lijkt me, gezien de titel van de bijlage waarin u deze tekst leest, de gepaste binnenkomer. Om daar meteen ‘de beste wensen voor 2015’ aan toe te voegen. Verplichte edoch gemeende kost in de begindagen van een nieuw jaar. En oh ja, in kleine lettertjes ook deze waarschuwing: ‘Opgelet, onderstaande tekst kan licht melige passages bevatten’. Dat is nog een restant van de sfeer tijdens de laatste dagen van vorig jaar.
Ik ben Erika Van Tielen en het zou me niet verbazen, mocht je al eens van mij gehoord hebben. Net zomin als het tegenovergestelde mij doet wankelen. Bekendheid is relatief en overschat. Wat niet wegneemt dat de bewuste toestand ook geweldig veel voordelen heeft. Mogen schrijven voor dit blad is er daar eentje van. Hoe anders zou een meisje uit Antwerpen (geboren in Borgerhout, opgegroeid in Merksem en Schoten en nu wonend in Schilde) aan een column in dé krant van Limburg geraken? Tenzij men mij verwart met Francesca Vanthielen, die wel over de juiste roots beschikt? Nee, dat misverstand is al langer de wereld uit. Ook mijn allergrootste fan, een Limburger, heeft geen connecties bij Het Belang. Toch is deze samenwerking niet zo ver gezocht als ze op het eerste gezicht lijkt. Als snottige Ketnetwrapper kampeerde ik elke winter een week in en rond de Hasseltse Grenslandhallen voor Ketnet Freezzz. Het uitgaansleven in de stad van de smaak had zo al snel geen geheimen meer voor mij. En kort daarna, toen ik nog even jong en kinderloos was, mocht ik twee seizoenen na elkaar het programma ‘Tjing Tjing Zomer’ op TVL presenteren. Dat ik die kans kreeg had weinig met dat gebrek aan kinderen, laat staan met kinderlijkheid te maken, maar alles met de guts van een jonge, Limburgse regisseur en zijn al even Limburgse baas. Zij durfden het aan om mij voor de Limburgse leeuwen te gooien, er rotsvast van overtuigd dat ze me niet gruwelijk zouden oppeuzelen. De heren kregen gelijk. Gelukkig. In plaats van rauw achter de kiezen te belanden, werd ik liefdevol omarmd en opgenomen in die warme, Limburgse familie. Totaal vooroordelenvrij. Twee zomers op rij trok ik kris kras door de provincie, bezocht de mooiste plekken en leerde de liefste mensen kennen. Ik zou het zo opnieuw doen. Elke zomer van mijn leven.
Ook later toen ik voor Vlaanderen Vakantieland op Eén aan de slag was, bleef de band die we hadden opgebouwd netjes intact. Zo maakte een bezoek aan pakweg Haspengouw, het Maasland of de mijnstreek mij standaard nét iets blijer dan een reportage in een ander deel van ons land. Hoewel ik dat in het kader van de neutraliteit niet al te opvallend tot uiting kon brengen. Geloof me, Toerisme Limburg kent haar troeven en weet ze te allen tijde perfect uit te spelen. Qua PR doet er in dit land geen enkele regio beter. En ook op het vlak van gastvrijheid staan jullie bovenaan de ranking. Ik hou oprecht van die zachte Limburgse mentaliteit. Nooit opdringering, nooit dominant, nooit bot. Ik kan niet kwaad zijn op Limburgers. Echt niet. Op Antwerpenaren wel. Al zijn ze nu ook weer niet zo slecht als ze soms worden afgeschilderd.
Ondertussen ben ik al een tijdje reporter af, maar er wordt nog altijd gretig naar mijn reisadvies geïnformeerd. En dan betrap ik mezelf erop dat ik mensen wel heel vaak in Oostelijke richting stuur. Ook al ligt er een metropool aan mijn voeten die je bezwaarlijk oninteressant kan noemen. ‘t stad is prachtig. Uiteraard. Maar de parking ten oosten ervan is dat ook. Ik zet mij daar de komende weken dus met veel plezier (denkbeeldig weliswaar) en hoop op evenveel enthousiasme van jullie kant. Met een liefdesverklaring zoals deze moet je wel niet afkomen. Ik zou ze niet geloven.
(Foto: Frank Abbeloos)