Kinderen en vakantie. Twee zaken die zich in de regel niet makkelijk laten combineren. Omdat kinderen niet per se begrijpen wat het concept vakantie precies inhoudt. En omdat wij op onze beurt niet per se begrijpen waar en waarom het schoentje voor hen zo kan knellen op verplaatsing.
De familie Schelfhout-Van Tielen vertrekt dit weekend alleszins voor een weekje naar Andalusië, Spanje. We vliegen met deze fantastische formule van Brussels Airlines op Sevilla. En we logeren hier.
Als ik eerlijk ben, zou ik veel liever naar pakweg Zuid-Afrika, Argentinië, Bali of Australië reizen. Of citytrippen in Vancouver, Moskou of Rio. Maar wat hebben mijn peuter en mijn kleuter daaraan? Juist ja, bijzonder weinig. Doodzonde dus om op zo’n geweldige plekken te vertoeven en er niet te kunnen doen of zien wat je eigenlijk zou willen doen of zien. Daar raak je alleen maar enorm gefrustreerd van, terwijl je uiteraard komt om heerlijk te ontspannen. Bovendien moet je voor dat soort tripjes lang vliegen en rekening houden met een kanjer van een jetlag. Nee, dan wacht ik er liever mee tot mijn jongens wat ouder zijn. Of tot we eens langer dan een weekje weg kunnen. Nu kiezen we voor een zonnige bestemming op maximum 4u vliegen van hier. En gaan we voor een B&B in plaats van voor een sjiek hotel, een luxueus huis of een avontuurlijke camping.
Na eerdere gezinsvakanties in Thailand (met een 3 maanden oude Finn), Dubrovnik (met een 8 maanden oude Finn), Ibiza (met een anderhalf jaar oude Finn), Zuid-Frankrijk (met een 2 jaar oude Finn en een Rowen in de buik), LA (met een slechts 8 weken oude Rowen, wat n van de United Airlines hostessen volgende uitspraak ontlokte: “Oh my god, did you have that baby yesterday?) en Spanje (met een 3 jaar oude Finn en een 6 maanden oude Rowen), weten we ondertussen wat wel, wat soms en wat helemaal niet werkt. En die bevindingen heb ik hier herleid tot een lijstje met tips.
Doe er vooral je voordeel mee. Of juist niet. Elk kind is anders, net als elk gezin en elke reis. Bovendien kunnen sommige ouders meer aan dan andere. Of willen ze meer aankunnen.
1. Met het vliegtuig: ja of nee?
Vliegen met kinderen van 0 tot 1 jaar is zelden een probleem. Ze slapen nog heel makkelijk en hebben niet de neiging om te gaan rondkruipen of -stappen in het vliegtuig. Ook van een jetlag zullen ze weinig hinder ondervinden. Een baby die om de 3 à 4u wil eten en dag en nacht nog gezellig door mekaar haalt, is dan zelfs een voordeel. Vliegen met kinderen tussen de 1 en de 4 jaar is het lastigste. Die slapen niet zo veel meer, hebben wel serieus last van een jetlag en kunnen zich nog niet zo goed bezighouden op een lange vlucht. Gevolg: jij hebt al die uren lang ook geen moment rust. Vanaf 4 jaar wordt het weer makkelijker (hoop ik toch!!) en krijg je opnieuw meer mogelijkheden. Kinderen begrijpen dan wat van hen verwacht wordt aan boord en kunnen zich onderweg al een hele tijd zoet houden met de ipad, een film, kleuren,…
2. Hoe zit het dan met bagage en buggy’s?
Vliegen betekent serieus selecteren wat de (kinder-)bagage betreft. De buggy kan gelukkig wel mee tot aan de gate. En als er plaatsen over zijn op het vliegtuig, mag de maxi-cosi mee in de cabine. Let wel, als er geen plaats is en je hebt ook geen extra ticket gekocht, aanvaarden ze het ding niet. Lastig, want een paar uur met een baby of een peuter op de schoot moeten zitten in een volgepropt vliegtuig, is echt geen pretje. Ik spreek uit ervaring. Voor langeafstandsvluchten kan je bij de grote maatschappijen wel een wiegje reserveren. En Brussels Airlines heeft zelfs een speciale formule voor families: b-family.
Zeker altijd meenemen: voldoende pampers, natte en droge doekjes, water, tussendoortje, potjes fruit- en groentenpap en wat speelgoed. Je weet immers niet wanneer je de volgende lading van die essentials zal kunnen kopen en of ze dan op je bestemming wel hetzelfde assortiment hebben. Mij zou dat weinig kunnen schelen, maar kinderen zijn in de regel minder flexibel. Over babyvoeding wordt trouwens niet moeilijk gedaan aan de handbagagecontrole. Heel soms laten ze je wel proeven.
3. Toch met de auto?
Het grote voordeel van reizen met de auto is dat je vl bagage kan meenemen voor de kinderen. Net nadeel is dat je dat dan ook doet. En te weinig selecteert. Lange afstanden rijden is voor kleine kinderen geen probleem, die slapen nog makkelijk. Voor grotere kinderen wordt het al iets lastiger. Voor hen voorzie je best voldoende entertainment en voldoende tussenstops. Toen Finn net 2 jaar was, zijn we met de wagen naar Zuid-Frankrijk gereden. We hebben die rit bewust over 2 dagen gespreid, zodat we maar een 6-tal uur per dag op de baan waren. Daarvan heeft hij telkens 3u geslapen. Ideaal.
4. Waar logeren?
* Kies- als het even kan- voor een kamer met minimum 2 ruimtes. Zo kunnen je kinderen apart slapen. Risico is anders dat iedereen op hetzelfde moment wakker wordt en dat de kinderen ook pas willen gaan slapen als jullie erbij komen liggen.
* Kies voor accommodatie met een zwembad en eventueel ook andere faciliteiten. Als je niet buiten het domein geraakt, valt er toch altijd iets te beleven.
* Kies voor accomodatie die ook lunch en diner aanbiedt. Niet dat je daarom elke dag in huis moet eten, maar ook hier geldt: als je niet weggeraakt- om wat voor reden dan ook- is dat geen probleem. Trouwens, als alle andere hoogtepunten geskipt moeten worden, kan goed eten ook best het hoogtepunt van een reis worden.
* Kies voor accomodatie waar je in de watten gelegd wordt. Qua eten en qua service. Allemaal heel plezant zo boodschappen doen op het lokale marktje, maar uiteindelijk sta je daarna toch maar weer te koken, net zoals thuis. Of moet je ‘s ochtends tegen je zin de deur uit voor een brood. Ook zoals thuis. Ik steek mijn tijd en mijn energie liever in het ‘puur’ samenzijn. Heerlijk ook dat gevoel van niks te ‘moeten’. Je ben ten slotte op vakantie.
* Kies voor een B&B als accommodatie. Veel kleinschaliger dan een gemiddeld hotel en veel overzichtelijker bijgevolg. M.a.w overal babyfoonbereik. Jij kan dus rustig verder soezen aan het zwembad of aperitieven op het terras, terwijl de kinderen aan het dutten zijn. Je kan ze ook met een gerust hart laten rondcrossen, terwijl je ze vanop een afstandje in de gaten houdt. Wel opletten met het zwembad natuurlijk.
Dit was onze topper van vorig jaar. In Moraira, Costa Blanca, Spanje.
5. Welke bestemming?
Kies voor een zonzekere bestemming. Als je kinderen lastig zijn en het lukt niet om veel te ondernemen of om veel ‘plat’ te liggen, heb je toch altijd het mooie weer om je aan op te trekken.
Spanje is en blijft een topper. Dichtbij, mooi weer, niet duur, goeie accomodaties, kindvriendelijk, leuke stranden, goeie mix van natuur en cultuur.
6. Welke mindset?
Go with the flow. Plan niet te veel, koester niet te veel verwachtingen. Maar geniet van het moment, het samenzijn en beschouw alles wat je extra gedaan krijgt als een cadeau.