Soms wou ik dat het kon. De tijd even keihard stilzetten. Mijn gelukjes op hun hoogtepunt bevriezen. Maar zelfs al zou ik mezelf op die manier voor eventueel ongeluk kunnen behoeden, ik zou ook geen nieuw geluk meer leren kennen. Beter dus, lijkt me, om de klok puur hypothetisch even te stoppen. Daarom ook deze nieuwe rubriek.
Een soort foto van mijn leven. Gemaakt op dat ene specifieke moment. Niks foefelare, niks trucare,… Gewoon mijn leven, liefdes en gedachten zoals ze zijn, hier en nu.
* Ik wilde deze week enorm graag naar zee. Naar het appartement van mijn schoonouders. Met mijn eigen mama en met de kindjes. Maar omdat de lente niet helemaal in topvorm is, hebben we toch maar besloten om thuis te blijven. Toch altijd een hele verhuis met twee kinderen+ bagage en die doe ik niet om daar wat binnen te gaan zitten. Jammer, want ik had geen werkverplichtingen en gigantisch veel zin in het simpele leven daar. Slapen, eten, wandelen, spelen en genieten van zon, zee, strand en van elkaar. Nothing more, nothing less. Half mei doen we een nieuwe poging. Hopelijk meer geluk dan.
* In tussentijd maak ik van de gelegenheid gebruik om eindelijk aan mijn boek te beginnen schrijven. De deadline komt al aardig in zicht.
* Mijn lief moet dringend terug gaan werken. Niet dat ik hem uit het huis wil, in tegendeel zelfs. I love having him around. Hij transformeert zich tussen twee producties in immers altijd tot dé perfecte huisman. Maar ik weet gewoon dat het hem deugd zal doen en dat de actie en het sociale contact de kleine frustraties of ergernissen die er nu soms zijn, snel zullen vernietigen. Nieuwe impulsen zijn belangrijk en je geliefden missen is op een gekke manier ook wel goed. Liefde mag immers nooit ever vanzelfsprekend worden.
* Rowen is nog altijd een heerlijke baby. Nu ja, peuter eigenlijk, maar hij is de kleinste in huis en daarom noem ik ‘m gemakshalve nog altijd baby. Enfin, het kind lacht altijd én charmeert daarbij alles en iedereen die ook maar een beetje in de buurt komt. En toch is hij niet zo perfect als hij meestal laat uitschijnen. Mini weet verdomd goed wat hij wil én vooral wat hij niet wil. En dat laat hij ook almaar duidelijker merken. Soms zelfs met licht gegrom of met lichte slagen en verwondingen. Niet verontrustend als hij zijn eigen broer te lijf gaat. Dat is zelfverdediging die ik begrijp en soms zelfs stiekem aanmoedig. Wel erg als hij zijn leeftijdsgenoten in de crèche iets te hardhandig aanpakt.
* Hij stapt ook bijna, onze kleinste man. Bijna, maar nog niet helemaal. Lang stilstaan en een stap of anderhalf, dat lukt. Maar dan gaat ie toch maar gauw weer zitten. Bang? Geen zin om zich te concentreren? Of blijft hij liever kruipen omdat hij dan veel sneller is waar hij moet zijn? Ach, hij doet maar. Ik stimuleer, maar push zeker niet. Dat hij zijn eigen tempo maar volgt. Al zouden zijn gehavende knietjes wel blij zijn met de switch van kruipen naar lopen, denk ik.
* Finn, de grootste in huis (toch in de categorie ‘kinderen’), doet dan weer af en toe alsof hij terug een baby is. “Ik kan dat (nog) niet”, is een zinnetje dat we dezer dagen vaak te horen krijgen. Regressie om aandacht te vragen? Ik vermoed het. En bovendien is hij bij momenten echt stout. Ook op school was de juf, die normaal gezien altijd op hoop en positivisme leeft, gisteren lichtjes ten einde raad. “Hij doet zijn eigen goesting, negeert mij en luistert dus helemaal niet”, klonk het. Tjakka. Wij dus instant overgeschakeld op een strenger opvoedingsplan. Van (te) mild en met het idee: ‘hij weet nog niet beter’, naar ‘hij weet het wel degelijk’ en dat spelen met onze voeten moet verdorie rap gedaan zijn. En kijk eens aan, het lijkt (meestal) te werken. Vragen negeren, niet luisteren of stout zijn, betekent immers geen computer of tv kijken en in extreme gevallen de verwijdering van zijn belangrijkste speelgoed. Al moeten we het dreigement wel nog vaak herhalen. En ik doe dat niet graag, zo de hele dag zeuren tegen mijn kinderen en constant op scherp staan. Maar het moet. En het is nu óf we hebben problemen die niet meer zo makkelijk op te lossen zijn. Ja jongens, wat heb ik dat opvoeden toch onderschat. Geef mij maar gewoon wat pampers en papflessen. Zorgen voor en verzorgen is veel meer mijn ding.
* Finn is officieel geobsedeerd door zijn piemel. Hij vindt de zijne groot en de mijne klein. En hij haalt het ding constant uit zijn boxershort. Vanochtend nog ging hij zijn knie poetsen met zijn piemel. For real. Al is het niet gelukt. Hij laat trouwens ook ‘boertjes met zijn poep’. Echt gezegd ja.
* Hij heeft ook eindelijk begrepen dat hij ‘s nachts in zijn eigen bed moet blijven liggen. Zelfs al wordt hij even wakker om naar het toilet te gaan. Ons bed is verboden terrein tot de ochtend. Een spidermanpop houdt de wacht en Finn durft hem niet voorbij. Hij weet bovendien dat de computer de kast in gaat, zodra hij toch midden in de nacht onder onze lakens zou kruipen.
* Smeltmoment: de boys op het springkasteel. Rowen komt erbij en Finn zegt tegen de andere kindjes: “Oppassen iedereen! Mijn kleine broer komt erbij!”.
* Ik mis de zon en de lente nu al. Soms vraag ik me af waarom ik, los van praktische bezwaren, niet vaker een paar dagen naar de zon boek of gewoon verhuis naar een land waar die bol altijd schijnt. Ik ben zoveel meer waard op een mooie lente- of zomerdag.
* Wel een reis naar Spanje geboekt alvast. Begin juni zijn we weg voor een weekje. Can-not-wait.
* Ik heb eindelijk business cards laten maken en drukken. Feel like a pro. A real entrepreneur. Eentje die almaar blijer wordt met haar keuze voor zelfstandigheid.
* Ik twijfel over een derde kind. Mijn hoofd en mijn lief zeggen nee, mijn hart schreeuwt ja. Het voelt alsof ik er nog niet klaar mee ben. Met zwanger zijn en bevallen enzo. Ik weiger trouwens ook radicaal om mijn babystuff al definitief weg te geven. En dat zowat al mijn close vriendinnen in verwachting zijn, helpt ook niet natuurlijk.
* Topquote: Sarah Bettens in DM: “Sinds ik kinderen heb, heb ik geen tijd meer, maar wel rust. Ik hoef niet langer na te denken over mijn prioriteiten. Natuurlijk ga ik de kinderen van school halen. Natuurlijk eten we samen. Natuurlijk maken we nadien een puzzel. Dat dat allemaal zo vanzelfsprekend is en dat ik dat allemaal zo graag doe, maakt me heel rustig. Elke dag is een productieve dag, want ik heb ‘m samen met mijn kinderen doorgebracht.” Spot on, zou het niet beter kunnen zeggen. Al lijkt dit er wel een beetje op.