Lovely little Rowen.

Twee jaar, 88 cm en een kilo of 13. Stilaan te groot om nog little genoemd te worden, maar gelukkig voor altijd ‘kleine broer’. De liefste mini van de planeet. En de mooiste. En de schattigste. Mijn koddig koddigaardje. Die lipjes, die wimpers, die zachte haartjes, dat lachje,… Hij weet wat hij wil en misschien nog beter wat niet. Hij zalft en hij slaat. Zijn broer meestal. Hij kirt en hij krijst. Dartelt door het leven. Aait baby’s liefdevol over het hoofd en houdt z’n medepeuters van hun middagdut in de crèche. Begrijpt alles (of toch veel), maar oefent nog om zelf iets deftigs te zeggen. Mama, papa, boom, appel, koek, (ni) warm, nat, kom, op, sjtoe(l), paasj (paard), aasj (jas en eitje), bjoeh (broer), zon, maan, cjeche (crèche), apa (opa), bambam (bobonne), open, heppen (helpen) en tuh (tut). Dat is ruwweg de huidige woordenschat. Zwaar verslaafd trouwens aan dat laatste object.

‘Mama kwijt’ is zijn favoriete bedtime story. Als hij slaapt, ronkt hij een beetje en als hij wakker wordt, is hij compleet doorweekt. Komt omdat ie voor middernacht nog twee volle papflesjes naar binnen werkt. Hij drinkt overdag het liefst sojamelk en zou zich ziek eten aan penne, dinokoeken en chocolade. Hij houdt van auto’s, Masha en de beer, maar vooral van playmobilmannetjes in vrachtwagencabines en helikoptercockpits proppen. Zalig om te zien met hoeveel geduld en finesse hij daarmee bezig kan zijn.
En wij houden van hem. Niet normaal. Al twee jaar lang. En elke dag een beetje meer.
Gelukkige verjaardag Lovely little Rowen!