Fun met Finn: zijn leukste uitspraken, part VII.

finn - 1
(foto: Walrus & Vlinder)

Het heeft lang geduurd voor hij ook maar iets zei, mijn oudste snotter. En nog langer voor hij spontaan begon te vertellen. Maar dedju, straks gaan we nog moeten vragen of hij aub eens “2 minuutjes” wil zwijgen.

“Mamaaa, kijk hé! Kijk hé mama! Mamaaaa kijk hé…” X 200. Een keer of 20 per dag. Telkens hij één of ander onwaarschijnlijk talent demonstreert. Een professionele sliding, een virtuoze pirouette of een prachtig ‘tufje’ op de grond.

Mama op zaterdagochtend: “Seg Finn, vandaag is het wee…(vul aan)?” Finn: Wee-dag! Helaas, het juiste antwoord was weekend.

“Joepie! Ik ben begonnen!” Als hij een spelletje wint of een doelpunt scoort.

“Mamaaaa, jij mag niet meezingen. Nu moet ik helemaal opnieuw beginnen! Stoute mama.” Meezingen met zijn favoriete nummers is nog altijd ten strengste verboden.

Finn is tegenwoordig verslingerd aan Kindersurprise eitjes. En hij gebruikt zijn broer als extra aankoopsargument: “Dit is er eentje voor mij en dat is er eentje voor mijn broer.” Maar hij eet ze wel allemaal zelf op natuurlijk.

Als het geen chocolade betreft, is hij echter nogal snel afgeleid tijdens zijn maaltijden. Elk excuus is goed om niet meteen verder te eten. “Ja, mama, maar ik ga eerst nog mijn piemel naar mijn knie doen.” Huh??

Rowen kwam onlangs met een wondje in zijn nek thuis van de crèche. Finn had het meteen opgemerkt en reageerde zoals een stoere, grote broer dat doet: “Als die jongen mijn broer nog eens pijn doet, dan kom ik helpen. Ik ben sterker dan iedereen!”

En vanochtend nog, toen hij zich niet wilde aankleden voor school, was er deze conversatie: “Jij bent mijn vriend niet!” “Maar je bent wel mijn zoon!” “Nee, ik wol jouw zoon niet zijn!” “Maar ik heb je gebaard!” “Nee, ik wol niet gebaard zijn!”

Meer zotte uitspraken van mijn 4-jarig monstertje lezen? 

Part I.
Part II.
Part III.
Part IV.
Part V.
Part VI.

Fun met Finn: zijn leukste uitspraken, part V.

lo - 3

Finn zorgt er altijd voor dat hij zijn zaakjes op orde heeft voor hij even weggaat: “Mama, ik moet kaka doen. Jij moet Rowen bijhouden ondertussen. Als hij machines wil pakken, moet jij die tegenhouden. En ik ga jou roepen als ik klaar ben en dan moet jij komen. Is dat oké, mama?”

Finn heeft voor alles een uitleg: “Finn, waarom heb je zo weinig boterhammetjes gegeten op school?” “Maar mama kijk eens, ik heb wél al mijn koeken opgegeten!”

Of: “Nee, ik heb Rowen ni geslagen. Da kwam vanzelf. Van de wind.”

Finn wil zijn broer graag voor zich alleen hebben en dat maakt hij andere kindjes in de speeltuin of in de opvang ook meteen duidelijk: “Jullie mogen niet kijken naar Rowen, dat is mijn broer.”

De broederliefde is evenwel niet eindeloos: “Rowen is mijn beste vriend, maar hij mag niet mijn melkje afpakken.”

Of: “Rowen mag alleen met de ditte (deze) spelen.” Grote broer bepaalt welk speelgoed er overblijft voor kleine broer. Punt.

We blijven hier serieus hangen in de kaka-fase, maar ‘gelukkig’ is er wel een nieuwe variant opgedoken: “Stout mama’tje kaka prot.”

Finn houdt ook de stoelgang van zijn broer nauwlettend in de gaten. “Da ruikt hier een beetje. Rowen heeft kaka gedaan in zijn poep.”

Finn stelt duidelijke prioriteiten: “Nee mama, ik moet eerst nog een beetje werken. Als het werk klaar is, dan kom ik eten.” 

Als hij evenwel de controle verliest, is dit zijn standaard antwoord: “Ik vind da ni meer leuk mama. Jij mag niet naar mijn feest komen. Alleen Rowen.”

Papa, omi, opi en meter Heidi zijn trouwens ook al niet meer uitgenodigd. Ja, dat wordt een behoorlijk triestige party op 12 augustus.

Meer zotte uitspraken van Finn lees je ondermeer hier.